Wat voorafging aan een bloederige schietpartij tussen de Happy Meals en McFlurry’s

In het donker wuift een man. Twee agenten rijden het politiebureau in Deventer uit als ze hem zien naderen. Een dertiger met kort zwart haar. Woensdag 30 maart 2022, 22.55 uur. Ze stoppen en vragen wat de man wil.

Hij komt zich melden, vertelt-ie.

Hij heeft iets gedaan wat niet mocht.

Identiteitskaart?

Rijbewijs. Ene Veysel, blijkbaar.

De agenten stappen met de man het stille politiebureau in en lopen naar een spreekkamer.

De man vraagt of de twee agenten hebben gehoord over het incident in Zwolle.

Ja, ze hebben wel iets gehoord. In Zwolle zijn ongeveer vijf uur eerder twee mannen doodgeschoten midden in een McDonald’s.

Heeft hij dat gedaan?

„Ja”, zegt de man.

Om 23.04 uur houdt de politie Veysel Ü. aan, hij wordt verdacht van moord of doodslag. Precies vijf uur voor zijn aanhouding schoot hij in een volle McDonald’s de broers Ali (57) en Hüseyin (62) van dichtbij dood met elf kogels. De politiemannen noteren dat Veysel „erg timide dan wel koeltjes” overkomt.

Was Veysel Ü. timide of koeltjes? Precies die vraag zal boven het proces blijven hangen. Was hij een berekende moordenaar of een in het nauw gedreven zakenman? Aanstaande dinsdag wordt de zaak inhoudelijk behandeld door de rechtbank in Zwolle.

Uit het politie-onderzoek doemt een wereld op van een vaak verborgen, grijze economie. Verklaringen over leningen van tienduizenden euro’s. Soms via de bank overgemaakt, soms in een tas afgeleverd. Een wereld waar met ogenschijnlijk gemak wordt geschoven met grote sommen geld.

Veysel Ü. zegt zelf te zijn afgeperst en bedreigd door een familielid van de broers die hij doodschoot. Meerdere Nederlandse zakenmensen stellen bedreigd en opgelicht te zijn door datzelfde familielid, zo blijkt uit stukken uit het strafdossier en gesprekken met betrokkenen. Het zou gaan om miljoenen euro’s aan investeringen die de zakenlui niet terugzagen.

Zes uur voor de schietpartij. Zwolle Noord, 30 maart 17.05 uur. De McDonald’s zit vol families als Veysel binnenstapt. Voor de bestelzuilen staan rijen, de kinderhoek is druk.

Veysel komt de zaak binnen en gaat tegenover Ali en Hüseyin zitten. Het gezelschap valt op tussen al die jonge gezinnen. Volgens getuigen lijken de mannen boos te zijn op Veysel. Rond 18.00 uur loopt Veysel naar de balie. Met een koffie in de hand loopt hij terug. Hij zet die neer op tafel, opent zijn jas en dan gebeurt het.

Pof, pof, pof. Eerst op de ene man, vijf à zes schoten. Daarna op de andere. Net zo vaak.

O, iemand is ballonnen aan het knappen, denkt een aantal bezoekers aanvankelijk. Maar dan zien ze de twee slachtoffers. Doodse stilte, daarna paniek. Wegvluchten richting nooduitgang, geschreeuw. Een roze rugtasje van Peppa Pig blijft onder een tafeltje achter. Een moeder drukt haar beide kinderen onder de tafel.

Veysel loopt naar de uitgang, terwijl op de parkeerplaats mensen wegvluchten. Hij stapt in een zwarte Opel Astra, draait ’m de parkeerplaats af en weg is-ie.

Eén dag na de schietpartij is de vrouw van Veysel naar het politiebureau gekomen omdat haar man vermist is. „Jouw man wordt verdacht van een schietpartij in Zwolle”, hoort ze daar.

Ze huilt. De politie mag foto’s maken van haar telefoon. Vijf minuten voordat Veysel de McDonald’s zou binnenlopen had ze hem nog filmpjes van hun zoontje gestuurd. Veysel antwoordde meteen, hij stuurde een Turks geluksoogje terug. Het is hun laatste appcontact.

Ze kent Veysel sinds 2011. Haar man is eigenaar van een Turkse groothandel, overgenomen van zijn vader, en verhandelt mediterrane producten. Ze wonen samen in Rozendaal.

Veysel is weleens veroordeeld, weet de politie. In 2012 een geldboete voor overtreding van de wapenwet, in 2018 een voorwaardelijke celstraf voor een hennepzaak. En nu zit hij vast voor een dubbele moord.

In de week na de schietpartij sloft Veysel Ü. door het arrestantencomplex. Hij is triest, maakt nauwelijks oogcontact. In zijn eerste verhoor geeft Veysel korte antwoorden. Hij is afgeperst, zegt hij daar. Hij moest geld overmaken en kreeg dat niet terug. Daarna wilden ze dat hij nog meer geld zou overboeken.

De verhoren worden afgebroken, omdat Veysel op alle vragen „ja, ja” antwoordt. Daarna zegt Veysel niets meer. Hij lijkt in shock.

Zijn houding verandert als Veysel een andere advocaat neemt. Dan gaat hij praten. Hij droeg die dag in zijn broekband een pistool, omdat hij zich onveilig voelde. Zelf zegt Veysel zich niet meer te kunnen herinneren dat hij Ali en Hüseyin doodschoot. Hij hoorde het voor het eerst in de auto terug op de radio. „Wat er in de McDonald’s gebeurd is heb ik echt spijt van”, zegt hij. Hoe het zover gekomen is? „Een lang verhaal.”

Een klein jaar voor de schietpartij begon het, vertelt Veysel de politie. Hij kent de mannen die hij later zou doodschieten al wat langer. Hüseyin was aanwezig op zijn bruiloft. Hij komt dan ook in contact met Ali en diens zoon Ozan. Die verblijft in Turkije en bood hem een lucratieve zakenkans: huizen kopen in Istanbul. Of Veysel mee wilde investeren, zes maanden later zou hij zijn geld krijgen. Veysel vond het investeringsplan goed klinken. Hij betaalt, meerdere keren. Cash. Honderdduizenden euro’s. Een keer gaf hij „tonnen” in een tas voor een Chinees cafetaria in Arnhem aan Ozan. Daarna nog een ton op een parkeerplaats, vertelt hij in verhoren. Ook maakt hij geld over. En dat staat op papier: op 30 april 70.000 euro naar de rekening van Ali, op 11 mei 35.000 euro, op 31 mei 70.000 euro en op 30 juni 30.000 euro. Vaak staat er dat ene zinnetje bij in de omschrijving: „lening volgens afspraak.”

Maar het geld komt volgens hem nooit terug, sterker nog: Veysel moet steeds meer overmaken. Als hij dat niet doet, zou hij in de problemen komen. Hij zegt in de verhoren dat Ozan, Ali, Hüseyin en andere familieleden hem hebben bedreigd met de dood, als hij het geld niet zou overmaken. „Ze zeiden: we schieten je neer, we ontvoeren jou en je familieleden.”

Veysel vertelt dat alles in zijn telefoon staat, maar die heeft hij na de schietpartij weggegooid. Maar die van Hüseyin ligt erna in de McDonald’s nog op tafel. De politie leest alle appjes en spraakberichten die Hüseyin, Veysel, Ozan en Ali in de maanden voorafgaand naar elkaar hebben gestuurd. Ook zijn er berichten die Veysel heeft doorgestuurd naar bekenden. Er is inderdaad een conflict, over geld dat Veysel investeerde, maar nooit zou hebben teruggezien.

Het beeld dat eruit naar voren komt: Veysel heeft veel cash geld tot zijn beschikking, onduidelijk is hoe hij daar aan komt. Via Ozan wil hij dat investeren, hij geeft het cash aan Ozan of maakt het over op rekeningnummers van zijn familieleden, waaronder die van Ali, de vader van Ozan. Ali en vooral zijn broer Hüseyin spelen in het conflict een bemiddelende rol.

De politie concludeert uit het berichtenverkeer dat Veysel aan het lijntje wordt gehouden en meerdere keren door Ozan is bedreigd. Bijvoorbeeld als Veysel aan Hüseyin vraagt om te bemiddelen. Ozan vertelt zijn oom meerdere keren wat hij moet zeggen tegen Veysel. „Zeg precies deze dingen. Hij gaat jou vertrouwen.”

Maar tegenover Veysel is Ozan er niet blij mee dat zijn oom erbij wordt betrokken. „Je gaat achter mijn rug om dingen uitspoken, je bent naar mijn familie gegaan”, stuurt hij op 14 juni. En: „Kijk, ik zweer op Allah, Nederland is voor mij 5 uur vandaan he. Je moet verstandig zijn.” En: „Ook als het mijn dood wordt, ik zal jou het leven zuur maken.”

Ozan stuurt ook aan anderen bedreigende spraakberichten die over Veysel gaan. Aan een kennis stuurt hij: „Ik zweer hier in Istanbul, op de eer van mijn moeder, dat ik hem daar in Nederland laat neerschieten.”

De toon van Hüseyin is gematigder. Hij lijkt welwillend, maar het contact loopt stroef. Hüseyin zegt soms ‘ik ga het regelen’, maar het geld komt niet terug.

„Er is nog steeds niets binnen”, stuurt Veysel aan Hüseyin op 6 augustus 2021.

Drie dagen later stuurt Veysel: „Ik wil je laten weten dat er vandaag niets is binnengekomen.”

Op 14 augustus: „Broer Hüseyin je belt niet meer, is er iets?”

23 augustus: „Wij zijn alweer twee dagen verder.”

In oktober zendt Hüseyin aan Veysel een bericht dat hij Ozan heeft gesproken en dat op 15 november, vijf maanden voor de schietpartij, een bedrag van 350.000 euro zal worden terugbetaald. Een dag later zien Veysel en Hüseyin elkaar, in de McDonald’s in Zwolle. Maar het conflict sleept voort.

Veysel verandert, zal een kennis later verklaren. De laatste maanden is hij stiller. Hij oogt dun en gestresst. Veysel ruilt zijn Range Rover in voor een – goedkopere – Opel Astra en zet zijn huis te koop.

Na de schietpartij in de McDonald’s ziet de politie dat op een bankrekening van Ali tussen januari 2020 en april 2022 voor ruim twee miljoen euro wordt overgemaakt, onder de term „lening volgens afspraak”. Een groot deel daarvan, ruim anderhalf miljoen, is afkomstig van een zakenman uit Overijssel.

Ruim een jaar voor de schietpartij wordt deze zakenman thuis dood op de grond gevonden. Het blijkt zelfdoding. Zijn familie verklaart later dat de man al dagen in paniek was. Ze wisten dat hij nog geld kreeg van een Turkse man, Ozan, en daardoor in de problemen zou zijn gekomen: hij leende veel geld bij andere mensen.

De familie vertelt dat na de dood van de ondernemer er meerdere keren door Ozan is gebeld. Volgens de familie was Ozan „verbaal agressief”. De familie hoorde ook dat hij de man eerder had gedreigd zijn vrouw en kinderen wat aan te doen.

Meerdere zakenmannen verklaren voor grote bedragen het schip te zijn in gegaan. Een zakenman zegt voor miljoenen te zijn benadeeld. Hij legde in 2020 een verklaring af waarin hij melding doet van oplichting en bedreiging. Een ander vertelt NRC dat hij 600.000 euro is kwijtgeraakt aan Ozan en zijn familieleden. Een eigenaar van een installatiebedrijf leende 38.000 euro uit en stapte naar de rechter toen hij dat niet terugkreeg. Die gaf hem gelijk.

Het OM Oost-Nederland laat weten dat in het onderzoek naar de dood van Ali en Hüseyin de zakelijke relatie tussen Veysel en de familie van de slachtoffers is onderzocht. Die relatie is voor het OM „slechts in beperkte mate relevant” in de McDonald’s-zaak. Over de bedragen die Ozan niet zou hebben terugbetaald aan andere Nederlandse zakenmensen, zegt het OM dat het politie-onderzoek zich daar beperkt op heeft gericht, en er niet toe heeft geleid dat voor deze transacties vervolging plaatsvindt. „Het OM hecht eraan nu eerst deze strafzaak af te ronden.”

Vijftien maanden na de schietpartij legt Ozan een getuigenverklaring af bij de rechter-commissaris. Of de schietpartij in de McDonald’s een wanhoopsdaad was van een man onder druk? Ozan zegt dat het heel anders ligt. Hij had geld nodig, nadat zijn Turkse bedrijven in de financiële problemen kwamen. Hij vertelt dat Veysel hem inderdaad geld heeft geleend, zo’n 250.000 euro. Veysel zou het bedrag graag hebben uitgeleend, om te verdienen aan de rente.

Volgens Ozan heeft hij alles terugbetaald, inclusief de rente zo’n 350.000 euro. Hij heeft het overgemaakt op Turkse rekeningen van Veysel, afschriften daarvan kan hij „zo terughalen”. Ozan zegt dat het „niet waar” is dat hij Veysel voor de dood van zijn vader heeft bedreigd. Het zit volgens Ozan andersom: Veysel heeft hém bedreigd, en ook zijn vader, omdat Veysel steeds meer rente over de lening wilde hebben. Vanwege die rente, zegt Ozan, is hij door een Turkse groep benaderd die het geld wilde vorderen. Die zou hem hebben bedreigd en zijn vader en oom. Hij zou daarvan aangifte hebben gedaan bij de politie in Turkije.

Drie dagen voor de schietpartij neemt de vader van Veysel contact op met Ali. Ook vader heeft inmiddels via een kennis gehoord over de geldproblemen van zijn zoon. De twee spreken af in een McDonald’s in Apeldoorn. Ali belooft dat hij zich geen zorgen hoeft te maken over het geld. Ozan zal het geld terugbetalen in september. Goed gedaan, zegt Ozan – die inmiddels vastzit voor een andere zaak – over de gevangenistelefoon tegen zijn vader Ali. Ze bespreken om af te spreken met Veysel, met Hüseyin erbij.

Eén dag voor de schietpartij krijgt Veysel een appbericht van Hüseyin. „Hallo broertje Veysel, wij ontmoeten elkaar morgen in Zwolle bij de McDonald’s, als het je ook schikt, oom Ali wil je ook spreken, groeten.”

Veysel: „Ik zal er morgen om 17:00 uur zijn.”

Hüseyin: „Oke beste broertje, deze keer trakteer ik op koffie.”

„Oke, abi”, stuurt Veysel terug.